Addergekko - Baardagaam - Blauwtongskink - Doornstaartagaam - Gordelstaarthagedis - Halsbandleguaan
Helmleguaan - Phelsuma - Luipaardgekko - Roodkeelanolis - Wateragaam - Yemen Kameleon

 
 Wateragaam - Physignathus Cocincinus

 
 

Mannelijke wateragaam

Onstuimige hagedis die een groot watergedeelte met een goed filter nodig heeft.

Uiterlijk
Deze tot 80 cm grote hagedis (kopromp 20-25 cm) is licht- of donkergroen met donkere streeptekening op staart. Onder de grote kop zit een kleine keelzak.

Verspreidingsgebied
Deze boombewoner leeft vlakbij water in het tropisch regenwoud in grote delen van Zuidoost-Azië.

 
 

Vrouwelijke wateragaam

Huisvesting
Plaats een riparium (oeverterrarium), minimaal 150 x 50 x 60 cm groot voor één man met één of twee vrouwen. Deze waterminnende dieren eisen een groot watergedeelte met bijzonder schoon water (filtering, verversing).
Wateragamen (vooral wildvang exemplaren) zijn onstuimige dieren en springen vaak tegen de terrariumruit. In een tropisch regenwoudterrarium met stilstaand, smerig water (ze poepen erin) zullen de ontstane bekwonden snel ontsteken, ook als het water elke dag wordt ververst! De wond kan tot op de kaak bloot komen te liggen, de dieren kunnen er zelfs dood aan gaan.
Indien het water goed wordt gefilterd, genezen de bekwonden wel. De dieren liggen graag op een tak boven het water. Verwarm deze plekken met spots tot 40°C, plaats minimaal één spot per dier. Temperatuur op overige plaatsen 28-32°C, luchtvochtigheid 80 tot 90%.

Voeding
Voer insecten, muizen, regenwormen, slakken, blikvoer voor katten en ± 25% fruit.

Geslachtsonderscheid
Vanaf een leeftijd van één jaar heeft het mannetje een grotere kam op rug en staart, een grotere, zwaardere kop en lichaam, een verdikte staartwortel, een grotere keelzak die geelblauwig gekleurd is en grotere femoraal poriën.

 
 

Mannelijke wateragaam

Paring
Een 5°C koelere rustperiode met 4 uur minder verlichting in de wintermaanden is bevorderlijk voor de voortplanting. Wateragamen kennen een typische hagedissenparing met kopknik- en bijt- gedrag.

Eileg
Meestal in het voorjaar (januari-maart) worden 6 tot 17 witte eitjes gelegd in een 10-25 cm diep, gegraven gat met vochtige, losse grond. Vrouwtjes concurreren vrij sterk om nestplaatsen. De eieren komen bij 30 á 25°C resp. na 2 tot 2½ maanden uit.

 
 

Jonge wateragaam

Opfok
Net uitgekomen dieren zijn in totaal ± 14 cm lang. Ze hebben een relatief grote kop, een bruingroene/donkergroene kleur met lichte dwarsstrepen. De kam ontbreekt nog. Geef de jongen een groot waterbassin, b.v. de helft van het terrariumoppervlak, 10 cm diep.
Filtreer goed of ververs elke dag water. Voer insecten en regenwormen. Pas na enkele maanden beginnen ze fruit te eten. Na zes maanden zijn de mannetjes iets groter en zwaarder dan de vrouwtjes. Dan begint ook het territorium-gedrag.

Hanteren
Wateragamen zijn van nature niet erg rustig. Probeer ze aan menselijk contact te wennen door jonge gekochte dieren uit de hand te voeren en af en toe te hanteren. Dat heeft later grote voordelen.