 |
|
|
 |
 |
 |
 |
|
|
Addergekko
- Baardagaam -
Blauwtongskink -
Doornstaartagaam -
Gordelstaarthagedis -
Halsbandleguaan
Helmleguaan -
Phelsuma - Luipaardgekko -
Roodkeelanolis -
Wateragaam -
Yemen Kameleon |
Roodkeelanolis -
Anolis
carolinensis |
 |
Roodkeelanolissen |
|
Uiterlijk
Deze anolis wordt ongeveer 15 tot 20 cm groot en is
bruin of groen gekleurd met een witte buik afhankelijk
van de temperatuur en de stemming.
Zo duidt een bruine kleur op ontevredenheid. Zo kunnen
ze te koud zitten of missen ze andere belangrijke
factoren, zoals een juiste luchtvochtigheid,
lichtintensiteit of schuilplaatsen.
Gestresste anolissen zijn dus bijna altijd donkerbruin,
maar wanneer ze echt ziek zijn vertonen ze vaak een
zwarte vlek achter de ogen.
Hun kleur weerspiegeld niet altijd hun gedrag zo kunnen
ze ook van kleur veranderen wanneer ze warmte opnemen of
wanneer ze zich camoufleren. |
|
Verspreidingsgebied
De anolis komt voor in de vochtige bossen in het
zuidoosten van de Verenigde Staten (o.a. Florida), de
Bahamas en Cuba. Ze houden zich overdag op tussen
bladeren van bomen en struiken, hier zullen ze zich ’s
nachts ook verbergen. |
|
Huisvesting
Plaats een hoog en redelijk beplant terrarium met
voldoende klimgelegenheden. Deze moet minimaal 40x40x70
zijn voor een paar of een trio. Verwarm het terrarium
tot ca. 25 a 30 graden (’s nachts tussen 18 en 22
graden) en sproei ze elke dag voor een goede
luchtvochtigheid van ongeveer 50 tot 70% RV (nachts 60
tot 80% RV. |
|
 |
Roodkeelanolissen |
|
Voeding/water
Voer allerlei kleine insecten zoals krekels,
krulvliegen, spinnetjes. Varieer zoveel mogelijk en
vergeet niet de insecten te bepoederen met een
vitaminen-/mineralenpreparaat. Anolissen drinken bijna
niet uit een waterbak dus sproei elke dag de anolissen
likken dan de druppels op, maar een waterbakje mag niet
ontbreken in het terrarium. |
|
Geslachtsonderscheid
Mannetjes hebben een grotere keelflap en een verdikte
staartwortel en zijn groter dan de vrouwtjes.
Vrouwtjes zijn daarentegen te herkennen aan de witte
zigzag streep op de rug. |
|
Paring
Het vrouwtje wordt door het mannetje het hof gemaakt
door kopknikken waarbij het mannetje veelvuldig zijn
felrode keelflap laat zien. Het kan er voor de paring
vrij heftig aan toe gaan, met veel bijten.
Na een beet in de nek zal het mannetje tot de
daadwerkelijke paring overgaan.
Om succesvol te kweken in een ‘winter’periode aan te
raden. |
|
Eileg
Enkele weken na de paring zal het vrouwtje haar eitjes 1
tot 5 cm in vochtige grond begraven. Ga dus op zoek
wanneer het vrouwtje ingevallen flanken heeft.
Elke 1 tot 5 weken kunnen er 1 of 2 ronde eitjes worden
gelegd. De eitjes kun je het beste verwijderen en zelf
opkweken. Let op dat je ze bij het uitnemen uit het
terrarium niet draait. De eitjes zijn slechts 8-10 mm
groot dus behandel ze uiterst voorzichtig.
Plaats de eieren na het uithalen in een leeg
(krekel)bakje met wat vochtig vermiculiet op de bodem.
Houd het licht vochtig bij een temperatuur van 25-30
graden. De eieren zullen na een 1 tot anderhalve maand
uitkomen.
De jongen dienen gevoerd te worden met hele kleine
krekels en fruitvliegen. |
|
|
|
 |